Kampie.info

Reisverslag Japan



Yudanaka en Obuse

Yudanaka staat bekend als een warmwaterbron badplaats en in de omgeving van Yudanaka vind je de Jigokudani-onsen die vooral bekend zijn door de aanwezigheid van een kolonie wilde makaken (apen) die het genot van een lekker warm bad in een van de warme bronnen hebben ontdekt.

Obuse staat bekend als een kunstenaarsdorp en dankt haar bekendheid aan het feit dat de beroemde prentkunstenaar Hokusai aan het eind van zijn leven in Obuse woonde en werkte. Verder staat het dorp bekend om zijn kastanjes die je er in vele soorten en maten kunt eten.


Links naar aanvullende informatie:

Foto's

Feiten en cijfers

Geschiedenis

De vlag van Japan

De Japanse tuin

Het shintoïsme

Ryokan

Onsen

Sportcultuur

Geisha's

Woensdag 20 april 2016 - Naar Obuse

Afgelopen nacht heb ik niet al te best geslapen op het harde tatami matje en onder het voor mij veel te korte dekbed. En dat laatste was op de warme hotelkamer in Tokio niet zo'n probleem geweest. Maar hier in het noordelijker en hoger gelegen Yudanaka koelt het 's nachts veel meer af. Maar nadat ik halverwege de nacht sokken en een shirt heb aangetrokken heb ik het niet meer koud gehad en heb ik toch nog een paar uurtjes geslapen. 's Ochtends na het douchen in de gezamenlijke doucheruimte nog even in het warme water van de onsen in het ryokan gezeten. Wat een heerlijke manier om de dag te beginnen.

Obuse
Tempel in Obuse

Het gezamenlijke ontbijt bestaat uit vis, roerei met ketchup, gevulde aubergine en een toetje. Na het ontbijt loop ik naar het kleine stationnetje van Yudanaka waar ik de trein neem naar Obuse. En ik ben niet de enige van de groep die op dit idee is gekomen. Op het station en in de trein zie ik meerdere groepsgenoten. Op het station vergeet ik even dat je hier een kaartje bij een automaat moet kopen als ik een man achter een loket zie zitten. Als ik bij hem vraag naar een treinkaartje verwijst hij mij naar de kaartjesautomaat. Geen probleem. Maar als ik bij de automaat sta ga naast de automaat een luikje open en verschijnt het hoofd van diezelfde man die mij vervolgens helpt bij het kopen van het juiste kaartje. Wat een service!

Aangekomen in Obuse loop ik naar het toeristisch informatie centrum vlak naast het station en haal daar een plattegrond van het dorp op. Hierna loop ik het dorp in. In het dorp zijn veel musea, maar het is zulk mooi weer dat ik het zonde vind om ergens naar binnen te gaan. Hopelijk is er in de openlucht ook voldoende te zien in dit kunstenaarsdorp. En gelukkig kom ik er in de loop van de dag achter dat dit ook zo is. Zo kom ik al vrij snel nadat ik het dorp ingelopen ben langs een klein maar mooi tempeltje. Maar de echte verrassing ligt achter dit tempeltje. Hier is een groepje bejaarde Japanners een spel aan het spelen dat sterk lijkt op wat wij kennen als croquet. Ik val de fanatiek spelende mannen en vrouwen niet lastig om hen te vragen welk spel ze spelen, maar kom er later met behulp van het internet achter dat hier een spelletje gateball werd gespeeld. Leuk om te zien.

Open tuinen project in Obuse

Verder lopend door het dorp kom ik er achter dat veel tuinen van particulieren hier vrij toegankelijk zijn. Je kunt deze tuinen herkennen aan het bordje en het 'Open garden project'. Lopend door het dorp zie ik een bordje langs de weg staan dat verwijst naar een guesthouse annex koffiebar. Ik heb inmiddels best zin in een kop koffie en loop het pad op. Ik kom terecht in een klein houten gebouwtje dat vol staat met spullen om koffie te zetten. En ik ben nog maar net gaan zitten of de eigenaar - een enthousiaste jonge man - brengt mij een klein kopje koffie. Columbiaanse koffie. Ik bestel een kop koffie en het serveert mij een mengels van koffie uit drie verschillende landen. Ook laat hij mij nog koffie uit andere landen proeven. Wat jammer dat deze man nauwelijks Engels spreekt en ik geen Japans spreek. Toch valt me ook nu weer op in Japan zelfs de lekkerste koffie in kartonnen bekers geserveerd wordt. Kennelijk is men hier helemaal ingesteld op mensen die een 'coffee to go' willen.

Na het dorp verkend te hebben ga ik lopend op zoek naar de Jyokoji tempel. Één van de twee net buiten het dorp gelegen tempels. Onderweg daar naar toe kom ik langs een groot Japans wegrestaurant met een grote parkeerplaats waar op dat moment een paar bussen geparkeerd staan. Zeg maar de Japanse van der Valk. Het is inmiddels twaalf uur en ik begin best wel trek te krijgen. En omdat ik ook niet weet of er bij een van de tempels iets te eten te krijgen is (blijkt later niet zo te zijn) besluit ik vroeg te gaan lunchen en loop ik over het grote parkeerterrein naar het wegrestaurant. Hoewel ze geen Engelstalig menu hebben en ze er ook geen Engels spreken is mij al snel duidelijk dat je kunt kiezen uit een aantal standaard menu's Op goed geluk maak ik een keuze. Binnen zit een grote groep Japanse toeristen te lunchen aan vier lange houten tafels. Aan een vijfde tafel zitten vier mensen te lunchen. Ik krijg een plekje aan deze tafel. Leuk om zo tussen Japanners te lunchen en te zien dat Japanners ook best kunnen lachen. Het duurt niet lang of mijn lunch staat op tafel met een grote kan met koud water en een thermosfles met warme groene thee. En het smaakt verrassend goed. Als ik het eten op heb brengt de vriendelijke man die bij de ingang stond toen ik binnen kwam mij een kop koffie. Van de zaak. Maar daar houdt het niet op. De man lijkt in de keuken vertelt te hebben dat er een hele lange Europeaan in de zaak zit en dat wil het personeel wel eens zien. En dus brengt de een mij een paar koekjes en brengt een ander een schaaltje met een paar plaatselijk geteelde kersen. Wat een vriendelijke en spontane mensen. Heel anders dan de meer afstandelijke mensen in Tokio.

Na het eten loop ik door naar de Jyokoji tempel. Een mooi oud tempeltje gelegen op de helling van een heuvel en te bereiken via een mooie oude stenen trap onder hoge naaldbomen. Achter de tempel ligt een mooie oude begraafplaats, terwijl een eindje voor de tempel een nieuwe begraafplaats is aangelegd. Ook erg mooi en met de mogelijkheid om onder een kersenboom begraven te worden. Voor een Japanner lijkt mij dit een mooie laatste rustplaats.

Jyokoji tempel
Jyokoji tempel

Vanaf de Jyokoji tempel loop ik naar de een eindje noordelijker gelegen Ganshoin tempel. Als ik daar aankom probeert een man mij iets duidelijk te maken. Wat hij zegt versta ik niet. Maar het gebaar als hij zijn onderarmen kruist begrijp ik wat hij bedoelt. De tempel is gesloten. Als ik weer verder wil lopen stopt er net een taxi en stappen twee groepsgenoten uit de taxi. Ook zij waren van plan om de tempel te bezoeken, maar gaan nu weer met dezelfde taxi terug naar het dorp. Later hoor ik van hen dat zij later op de middag weer terug zijn gegaan en dat de tempel maar een uurtje gesloten was. Zelf loop ik terug naar het dorp en ga ik niet meer terug naar de tempel. Je kunt nu eenmaal niet alles zien tijdens een rondreis.

Rond haf drie ben ik weer bij het stationnetje van Obuse. Een vriendelijke man helpt mij bij het kopen van het juiste kaartje. Een kaartje dat honderd yen duurder is dan het kaartje waarmee ik vanmorgen naar Obuse ben gereisd. Servicekosten? Dat blijkt niet zo te zijn. Vanmorgen ben ik met een stoptrein gekomen en nu ga ik met een Express trein terug. Terwijl ik op de trein zit te wachten wordt het steeds drukker op het perron. Geen westerse toeristen, maar Japanners. Lekker weg in eigen land? Ze stappen allemaal in de trein naar Nagano. Het lijkt mij dat Obuse een populaire bestemming is voor een dagje uit voor mensen die in Nagano wonen. Terug op het station in Yudanaka wandel ik terug in de richting van de ryokan. Maar ik wil nog een tussenstop maken. Vanmorgen heb ik namelijk een lange trap gezien die volledig overkoepeld werd door mooie bloeiende kersenbomen. Ik ben daar toen niet naar boven gegaan omdat ik de trein naar Obuse wilde halen, maar nu ga ik de trap wel op. Bovenaan de trap staan nog meer in bloei staande kersenbomen. De bomen staan rondom een metershoog Boeddhabeeld. Het blijkt een beeld van een godin van genade en wereldvrede te zijn.

Onsen
De ingang van een onsen

Ik wandel verder terug naar het dorp en maak nog wat foto's in het dorp. Maar rond een uur of vijf vind ik het mooi geweest. Ik ga terug naar de ryokan, douche me, kleed mij om in mijn 'onsenkleding' en bezoek voordat we gaan eten nog even twee onsen. Bij een van de onsen ben ik bang dat ik een fout maak. Volgens mij sta ik bij de ingang voor mannen, maar voor de deur staat een vrouw. Het is mij niet duidelijk of zij net uit de onsen komt. Met gebaren maak ik de vrouw duidelijk dat ik wil weten of dit de ingang voor mannen omdat zij hier staat terwijl zij duidelijk geen man is. De vrouw glimlacht vriendelijk en maakt duidelijk dat ik zonder problemen naar binnen kan gaan. Alleen binnen vind ik geen lichtschakelaar. Zat die soms buiten bij de deur? Als ik de deur weer open om te kijken of er buiten een schakelaar te vinden is staat de vrouw er nog. Zij snapt wat ik zoek en wil mij wel helpen. Maar ja, zij als vrouw mag het mannengedeelte niet in. Iets wat zij om mij te helpen toch doet; giechelend stapt ze de kleedruimte voor mannen in en doet het licht voor mij aan. Aan alles is duidelijk dat zij iets doet wat eigenlijk niet hoort en voor haar niet normaal is. Heel aardig van haar dat zij mij toch helpt.

Voordat ik 's avonds ga slapen kijk ik nog eens even goed rond op de kamer. In een kast vind ik een tweede tatami mat. Deze leg ik bovenop de mat waarop ik afgelopen nacht heb geslapen. En met twee matjes onder me slaap ik redelijk goed.