Reisverslag Egypte
![]() |
Links naar aanvullende informatie: |
Zondag 3 september 1995 - Via Rome naar Cairo
Met ruim een uur vertraging land ik op het vliegveld van Rome. Rome, een mooie stad die de moeite van het bezoeken zeker waard is, is voor mij vandaag niet meer dan een tussenstop onderweg naar Egypte. Er blijkt slechts één ander lid van de groep bij mij in het vliegtuig te zitten. De rest heeft allemaal de vierweekse reis geboekt (inclusief Sinaï trek) en is al een week in Egypte. Aan het eind van de dag komen we met ruim anderhalf uur vertraging in Cairo aan. Mohammed, de plaatselijke agent, loodst ons snel door de douane en brengt ons vervolgens naar het Farao hotel.
Maandag 4 september 1995 - Mijn eerste dag buiten Europa, sightseeing in Cairo
Mijn
eerste dag in Caïro, mijn eerste dag buiten Europa. Een dag om de stad te
bekijken en een beetje te wennen aan de temperatuur. Met een kleine groep
brengen wij eerst een bezoek aan het Egyptisch museum. Hierna lopen wij in de
richting van de citadel.
Onderweg naar de citadel lopen we verkeerd en raken we de weg kwijt. Die dag
zullen we nooit bij de citadel aan zullen komen. Wel komen wij, via de
noordelijke dodenstad,
in een van de armere wijken van Caïro terecht. Je zou kunnen zeggen dat we hier
het andere, niet toeristische, Caïro bekeken hebben.
Dinsdag 5 september 1995 - Cultuur snuiven in Cairo en bij de piramiden van Giza
Vandaag
met de hele groep op pad. De dag begint met een bezoek aan de piramiden van Giza.
De buitenkant van de piramiden en de sfinx vind ik zeer indrukwekkend. De
binnenkant van een piramide valt mij echter erg tegen. Ik had verwacht om, via
een doolhof van gangen, in een imponerende grafkamer terecht te komen. Maar
helaas, als toerist maak je geen gebruik van de oorspronkelijke ingang. In
plaats daarvan ga je vlak naast de piramide een trappetje af, om vervolgens via
een rechte tunnel naar de grafkamer te lopen. Gezien mijn lengte en de hoogte
van de tunnel heb ik meer door de tunnel gekropen dan gelopen. Uiteindelijk kom
je in de weinig imposante en vooral heel lege grafkamer. Om te zien wat hier
ooit stond moet je nu naar het museum in Caïro.
Na de piramiden van Giza gaan we naar de piramide van Djoser, de mastaba van Ti en het Serapeum. Op de terugweg stoppen wij in een klein dorpje en eten daar, na achteraf blijkt, het lekkerste broodje falafel van de vakantie.
Woensdag 6 september 1995 - Met de trein van Cairo naar Luxor
’s Ochtends vroeg naar het station van Caïro voor een treinreis naar Luxor. In verband met mogelijk aanslagen door moslim fundamentalisten mogen we niet met 'ons eigen' busje van Caïro en Luxor reizen. Ashraf heeft er voor gekozen om deze afstand dan maar per trein af te leggen. Sommige andere organisaties kiezen ook voor de trein, maar er zijn ook reisorganisaties die met van Caïro naar Luxor vliegen. Persoonlijk vind ik het een voordeel dat we met de trein gaan. Een treinreis biedt namelijk de gelegenheid om met de plaatselijke bevolking in contact te komen. Niet alleen omdat een de reis per trein langer duurt dan met het vliegtuig, maar ook omdat vliegen voor veel Egyptenaren te duur is.
Precies
volgens schema vertrekt de trein om 7.45 uit Caïro. Rond drie uur ’s middags
stopt de trein midden op het Egyptische platteland. Niemand lijkt te weten wat
er aan de hand is en er doen veel geruchten de ronde. Ook is niet duidelijk
wanneer de trein weer verder zal gaan. De schattingen lopen uiteen van “over
een kwartiertje” tot “deze trein gaat niet eerder dan morgen ochtend door
richting Luxor”. Als we een half uur stil staan beginnen de eerste mensen de
trein te verlaten om te voet hun weg te vervolgen. Na anderhalf uur lijkt “het
probleem” opgelost en komt er weer beweging in de trein. Om 18.30 uur komen
wij uiteindelijk in Luxor aan. Het is ons nooit duidelijk geworden waarom wij
anderhalf uur stil hebben gestaan.
In onze coupé zitten ook een paar Somalische vrouwen en kinderen. Vooral de kleurrijke kleren van de vrouwen vallen mij op. Als ik met mijn camera gebaar dat ik ze op de foto wil zetten, maken ze een afwijzend gebaar. ik respecteer hun mening en maak geen foto van de vrouwen. Als er, tijdens de mysterieuze tussenstop, een zak drop rond gaat, bieden we de Somalische vrouwen en kinderen een dropje aan. De vrouwen bedanken voor de eer, maar de kinderen lijken drop direct lekker te vinden. De vrouwen kijken geamuseerd toe. Als de trein bijna in Luxor is, hebben we als groep kennelijk het vertrouwen van de vrouwen gewonnen en gebaard een van de vrouwen dat ik haar wel op de foto mag zetten.
Donderdag 7 september 1995 - Fietsen in Luxor
Fietsen
in Egypte. Het klinkt misschien raar, maar dat is wel wat we vandaag met een
deel van de groep gaan doen. We staan om zes uur op en fietsen naar de
tempelcomplex van Karnak.
Een kwartier voordat de tempel om zeven uur open gaat zijn wij bij de tempel.
Het is er dan nog lekker rustig en ook nog niet zo warm dan later op de dag. Ook
is het licht op dit tijdstip ideaal voor het maken van foto's. Nadat wij de
tempel van Karnak bekeken hebben fietsen we naar de tempel van Luxor. Als we
hier weer weg gaan is het inmiddels behoorlijk warm geworden. Ik ben nog niet
echt aan de warmte gewend en besluit dan ook om de middag lekker relaxed aan de
rand van een zwembad door te brengen.
’s Avonds maken wij met een kleine groep een tochtje met een felukka over de Nijl en leggen aan bij het Bananeneiland alwaar we de zon in de Nijl zien zakken.
Vrijdag 8 september 1995 - Op een ezel naar de Vallei der Koningen
Achteraf
een van de mooiste dagen van de vakantie. ’s Ochtends vroeg varen we met een
klein bootje naar de westoever van de Nijl waar we opgewacht worden door een
Egyptenaar met een groep ezels. In het licht van de opkomende zon rijden wij
vervolgens, ieder gezeten op een ezel, naar de Vallei der Koningen. Hier bezoeken
we een aantal graven waaronder natuurlijk het graf van Toetankhamun.
We vervolgen onze tocht per ezel met een schitterende tocht door de bergen naar de tempel van Hatshepsut. De zon staat inmiddels hoog aan de hemel en omdat het in de bergen windstil is wordt er die dag heel wat gezweet. Gelukkig hebben we voldoende flessen water meegenomen. Op de terugweg zien we de Memnonkolossen (twee twintig meter hoge beelden) in de verte staan. Ook van enige afstand een imposant gezicht.
Zaterdag 9 september 1995 - In konvooi van Luxor naar Aswan
Vandaag
reizen we per bus “in konvooi” naar Aswan. ’s Ochtends om zes uur moeten
alle bussen die met het konvooi mee willen bij een hotel aan de rand van Luxor
staan. Het konvooi blijkt te bestaan uit één politieauto, een aantal grote
touringcars en ons kleine Hyundai busje. Doordat de politie en de touringcars
veel harder rijden dan ons kleine busje aankan, rijden we een kwartier na
vertrek uit Luxor al weer helemaal alleen door Egypte.
Onderweg naar Aswan bezoeken wij de tempel van Khnum in Isna en de tempel van Horus in Idfu. Als we bij deze laatste tempel nog wat zitten te drinken worden wij gestoord door de toeristenpolitie. Men wil weten met welk konvooi wij reizen en sommeren ons onmiddellijk verder te gaan naar Aswan. Zij zullen ons verder begeleiden. Wij stappen in de bus en zien ze niet meer terug. Desondanks komen wij die middag geheel ongeschonden in Aswan aan.
’s Avonds, na bij de “Aswan moon” gegeten te hebben, besluiten Laura, Angré, Norbert, Ruud en ik nog een eindje langs de Nijl te lopen. Halverwege krijg ik last van darmkrampen en zeg tegen de anderen dat ik terug ga naar ons hotel. Terwijl ik naar het hotel terug loop worden de darmkrampen steeds heviger. Het wordt mij al snel duidelijk dat ik het hotel niet zal halen. In elk geval niet met een schone broek. Maar ja wat dan? Ik kijk om me heen en de enige mogelijkheid die ik zie zijn een aantal plantenbakken langs de oever van de Nijl. Op loop naar een van deze bakken en laat mijn broek zakken. Voor de ogen van een aantal geshockeerde toeristen aan boord van een cruiseschip lopen mijn darmen leeg.
Zondag 10 september 1995 - Zeilen in een felukka op de Nijl
Ik besluit er een rustige dag van te maken en ga in op op aanbod om met de
felukka van de familie Jamaica over de Nijl te varen. We varen een stukje over
de Nijl en bezoeken o.a. Elephantine-eiland en de botanische tuin op Kitchener-eiland.
Maandag 11 september 1995 - Dagtrip naar Abu Simbel
Om
drie uur ’s ochtends vertrekken we met de bus voor de lange rit naar de tempel
van Abu Simbel. Ook
dit moet weer in konvooi gebeuren. Die ochtend rijdt een agent met ons mee in de
bus. Met mijn boekje “Hoe en wat in het Arabisch” maak ik onze Egyptische
chauffeur duidelijk dat ik aan de diarree ben en dat als ik hem onderweg vraag
te stoppen dat hij dat dan maar beter wel kan doen. Op zijn beurt maakt de
chauffeur mij weer duidelijk dat hij niet zeker weet of hij onderweg wel mag
stoppen van de politie. Na ongeveer drie uur rijden vraag ik de chauffeur om te
stoppen. Hij voldoet onmiddellijk aan mijn verzoek een opent de deur. Als ik de
woestijn in hol komt de agent achter mij aan en gebaart met zijn geweer dat ik
terug moet gaan naar de bus. Door mijn broek te laten zakken probeer ik de agent
duidelijk te maken wat mijn probleem is en zo zit ik even later onder bewaking
van een Egyptische agent gehurkt in de woestijn.
Dinsdag 12 september 1995 - Wandelen door Aswan
Vanochtend besluit ik lekker in mijn eentje Aswan in te gaan. Nadat ik over de Arabische souk heb gelopen, ga ik naar een oude granietgroeve om de onafgemaakte obelisk te bekijken. 's Middags vertrekken we alweer uit Aswan. We doen dat niet met onze bus, maar met twee felukka’s van de familie Jamaica. Die avond drinken we Egyptische wijn, vieren we feest met de Jamaica’s en slapen we op de harde vloer van de felukka’s.
Woensdag 13 september 1995 - Met een felukka over de Nijl
Als
ik wakker wordt vraag ik mij heel even af waar ik ben. Dan weet ik het weer, ik
lig op een felukka aan de over van de Nijl. Ik blijk wakker geworden te zijn
door de deining die een langsvarende hotelboot veroorzaakt. Even later verbaas
ik mij over het grote aantal hotelboten dat in korte tijd voorbij komt varen.
Vandaag zullen we de hele dag met de felukka over de Nijl varen en onderweg
zullen we aanleggen bij de tempel van Kom
Ombo.
Zeilen op de Nijl is een heel vreemde ervaring. Zeker als er zoals vandaag weinig wind staat, de zon volop schijnt en het daardoor erg warm wordt aan boord. Het liefst wil je dan een lekkere verkoelende duik in het koele Nijlwater nemen. Zwemmen in de Nijl wordt echter afgeraden omdat je er bilharzia van kunt krijgen. Bilharzia is een ziekte die veroorzaakt wordt door een parasiet die in het water leeft en die door de huid dringt om daar eitjes te leggen. Arno (de reisbegeleider) wijst de groep op dit gevaar en duikt vervolgens zelf de Nijl in.
Donderdag 14 september 1995 - met de bus van Luxor naar Hurgada
Na
de tweede nacht op de felukka ontbijten we voor de laatste keer aan boord. Op de
andere oever van de Nijl staat onze bus al op ons te wachten. Vandaag zullen we
via Luxor naar Hurghada reizen. Vanaf Luxor dient dit in konvooi te gebeuren. Ook
dit keer zal het konvooi al na een paar kilometer uit elkaar vallen.
Hurghada is een verademing na de hitte in Aswan. Alleen overnachten we hier het slechtste hotel van deze reis.
Vrijdag 15 september 1995 - Snorkelen in de Rode Zee
Hurghada is een badplaats aan de Rode Zee en staat bij duikers bekent om de aanwezigheid van schitterende koraalriffen. Vandaag zullen wij met een boot de rode zee op gaan om te gaan snorkelen. Dit blijkt wat mij betreft geen succes. Het moeten ademen onder water door een dun buisje blijkt op mij een verlammende werking te hebben. Ik snorkel dan ook niet veel, maar geniet wel van de dag op het water.
’s Avonds gaan we met een paar mensen naar een Egyptische disco.
Zaterdag 16 september 1995 - naar de Arabische souk in Hurgada
Enthousiast geworden door de verhalen van onze reisleider (sinds Luxor mijn kamergenoot) en mijn eigen ervaringen eerder deze reis besluit ik naar de Arabische souk in Hurghada te gaan. Ook al ben ik dan al bijna twee weken in Egypte, opnieuw kijk ik mijn ogen uit en geniet.
’s Middags ga ik met een aantal anderen naar een hotel aan de rode zee en breng de rest van de dag, lekker lui, al lezend door in een strandstoel bij aan de rode zee.
Zondag 17 september 1995 - Slapen in het Paulusklooster
Vanochtend
zijn we uit Hurghada vertrokken. In twee dagen zullen wij naar Dahab in de
Sinaï-woestijn rijden. Vandaag rijden we naar het Paulusklooster halverwege Hurghada en Suez. De komende nacht zullen wij in dit Koptische
klooster slapen. Dat wil zeggen de mannelijke helft van de groep. De vrouwen
moeten in een gastenverblijf buiten de kloostermuren slapen.
Maandag 18 september 1995 - Met de bus naar het Katharinaklooster en vallende sterren tellen op de top van de Mozesberg
Al vroeg in de ochtend vertrekken wij uit het Paulusklooster om, via Suez, de Sinaï-woestijn in te rijden. Ons doel van die dag is het Katharinaklooster. Het Katharinaklooster ligt op een hoogte van 1570 meter in de bergen van de Sinaï-woestijn en zou gebouwd zijn op de plaats waar Mozes de brandende braamstruik zag. Van deze braamstruik is niets meer over door de vele pelgrims die in de loop der jaren een stukje hebben meegenomen.
Een volgend doel van de reis is het zien van de opkomende zon vanaf de top van de Mozesberg. Je kunt dit doen door om drie uur ’s nachts te beginnen met de wandeling naar de top van deze 2285 meter hoge berg, of door de nacht op de top van de berg door te brengen. Samen met vijf anderen besluit ik om dit laatste te doen. Dit betekent dat wij bijna direct na aankomst bij het Katharinaklooster beginnen met de bijna drie uur durende wandeling naar de top. Net na zonsondergang bereiken wij de top. Wat volgt is de mooiste nacht van deze vakantie. Door de hoogte en het ontbreken van luchtvervuiling door industrie of verkeer zien wij een zeer heldere sterrenhemel waarbij er een groot aantal vallende sterren te zien zijn.
Dinsdag 19 september 1995 - Wakker worden op de Mozesberg en met de bus naar Dahab
Om
vijf uur word ik wakker door pratende mensen op de top van de berg. Op dat
moment blijken al een aantal wandelaars de top van de berg bereikt te hebben.
Toen wij de vorige avond, met in totaal 12 mensen, op de top van de berg gingen
slapen was het moeilijk voor te stellen dat de volgende ochtend meer de honderd
mensen getuige zouden zijn van de opkomende zon. Nu, om vijf uur ’s ochtends,
wordt het al redelijk druk. Als een uur later de zon op komt staat het vol op de
top van de berg. Onder de mensen op de top bevindt zich een grote groep
Nigerianen die later die ochtend nog voor het nodige vermaakt zullen zorgen. Om
acht uur beginnen wij met de afdaling naar het Katharinaklooster.
De vorige dag zijn wij via een pad naar boven gelopen, maar vanochtend zullen wij via een meer dan drieduizend treden tellende trap naar beneden lopen. Beneden gekomen bekijken we het Katharinaklooster waarna we, op de binnenplaats van het klooster, gaan zitten wachten tot de groep compleet is. Hier zien we hoe de Nigerianen er in slagen Egyptische buschauffeurs wanhopig te krijgen door in willekeurige bussen te gaan zitten (en vaak ook weer uit te stappen). Het blijkt dat bijna niemand van de groep Nigerianen weet in welke bus hij of zij hoort te zitten. Als onze groep compleet is vertrekken we met onze bus in de richting van Dahab, op dat moment is het de Egyptische chauffeurs nog niet gelukt om alle Nigerianen in de juiste bus te krijgen. Laat in de middag komen wij in Dahab aan.
Woensdag 20 september 1995 - Relaxen in Dahab
Dahab lijkt het ideale oord voor overspannen managers. Alles gebeurd hier nog langzamer en rustiger dan in de rest van Egypte. Daarnaast zorgt de aanwezigheid van grote groepen (jonge) Israëlische toeristen samen met de jaren zestig muziek en de entourage voor een totaal andere sfeer dan in de rest van Egypte. Ik begin hier dan ook met een dagje luieren.
Donderdag 21 september 1995 - Op een kameel door de Sinaï-woestijn
Nog
een paar dagen en de vakantie is al weer voorbij maar ik heb nog steeds niet op
een kameel gereden. Het grootste gedeelte van de groep is al een week langer in
Egypte en heeft in deze week een trekking door de Sinaï-woestijn gemaakt.
Tijdens deze trekking hebben ze al regelmatig op een kameel gezeten. Samen met
Sophie ben ik een week later gekomen. Arno heeft Sophie en mij aan het begin van
de vakantie belooft voor ons een mooie rit per kameel in de Sinaï-woestijn te
regelen. Vandaag is het dan zover. Om zes uur vertrekken we vanaf onze basis in
Dahab, het Fighting Kangaroo Camp, met de bus richting Nuweiba. Het doel van
deze tocht is een oase midden in de woestijn. Sophie en ik zullen, vanaf het
punt waar we de bus achterlaten, per kameel naar de oase gaan.
De tocht per kameel naar de oase is nog mooier dan ik gehoopt had. Dan plotseling, terwijl we in stilte genieten van de natuur om ons heen, horen we het geluid van harde disco muziek. Verbaasd kijken we elkaar aan. Even later komen er drie Arabieren op kamelen achter een heuvel vandaan. Een van hen blijkt een grote gettoblaster bij zich te hebben waaruit de harde disco muziek de stilte verstoort. In de oase drinken we te bij een bedoeïenen familie waarna wij weer per kameel terug gaan naar de “asfaltweg” waar wij de bus achtergelaten hebben.
De rest van de dag tracht ik wat te relaxen in Dahab. Het grote aantal vliegen maakt mij echter gek.
Vrijdag 22 september 1995 - Terug naar Caïro
Vandaag vertrekken we, voor de laatste grote etappe van deze vakantie, uit Dahab. Vandaag zullen we langs de oostkant van de Sinaï naar het noorden rijden totdat we bijna bij de Israëlische grens zijn. Vervolgens zullen we door de Sinaï naar Suez rijden. Hier moet natuurlijk het Suezkanaal bekeken worden. Want hoewel dit weinig voorstelt willen de meeste mensen in de groep niet in Suez geweest zijn zonder “het kanaal” gezien te hebben. Laat in de middag arriveren wij in Caïro waar we onze reis besluiten in hetzelfde hotel als waar de reis begon.
Zaterdag 23 september 1995 - Het andere Caïro
Nog
één dag in Caïro. Tijdens de vakantie heb ik al besloten wat ik vandaag in
elk geval wil doen, de Koptische wijk bezoeken. Met een klein groepje nemen we
de metro naar de Koptische wijk. De metro doet on-Egyptisch aan. Ze zijn
namelijk schoon en rijden zoals je dat van een metro mag verwachten snel en met
een hoge frequentie en voor de prijs van 25 piaster (12,5 cent) hoef je het in
elk geval niet te laten. Na de Koptische wijk lopen we, via de zuidelijke
dodenstad, naar de pottenbakkerswijk. De smerigste wijk van Caïro die ik
tijdens de vakantie gezien heb.
’s Avonds gaan we, voor de laatste keer, met de groep uit eten. Tot slot bezoeken we met een klein groepje een derderangs nachtclub. Dan blijkt dat ik de laatste weken erg weinig geslapen heb. In de warme nachtclub slaag ik er namelijk niet in mijn ogen open te houden en wordt weer wakker als we naar het hotel toe gaan.
Zondag 24 september 1995 - Terug naar Nederland
De laatste dag van de vakantie. Vanochtend stappen we voor de laatste keer in ons Hyundai busje waarmee we de laatste weken zoveel kilometers afgelegd hebben. Voor de laatste keer rijden we door Caïro, op weg naar het vliegveld. Eigelijk heeft Caïro twee vliegvelden die direct naast elkaar liggen, het “oude” en het “nieuwe” (en moderne) vliegveld. Vanaf het nieuwe vliegveld vertrekken alle belangrijke westerse maatschappijen. Het oude vliegveld wordt gebruikt door “goedkopere” maatschappijen en door risico maatschappijen zoals “El Al”. Kennelijk is men in Egypte van mening dat als er dan toch een bom mocht ontploffen, deze op het oude vliegveld de minste schade aanricht.
Precies op tijd stijgen wij op om, wederom via een tussenlanding in Rome, om zeven uur ’s avonds weer op Schiphol te landen.