Kampie.info

Reisverslag Cuba



Fidel Castro

(13-8-1926 - 25-11-2016)

Foto

Op 13 augustus 1926 wordt in Birán (Cuba) het derde buitenechtelijke kind geboren van de planter Ángel Castro en zijn kokkin Luni Ruz. Zij noemen hun zoon Fidel. Een aangezien het in Cuba - als gevolg van de jarenlange Spaanse overheersing - gebruikelijk is dat kinderen de achternaam van de vader en de moeder meekrijgen, wordt zijn volledige naam Fidel Castro Ruz.

Tijdens zijn jeugd valt Fidel op de verschillende jezuïetenscholen waar hij op zit op als een goede sporter maar ook als een begenadigd spreker.

Later ontwikkelde Fidel zich tot een Cubaanse revolutionair en politicus. Hij was minister-president van Cuba had van 1959 tot 1976, en vervolgens president van het land van 1976 tot 2008.

Hij is politiek gezien een marxist-leninist. Onder zijn leding werd de Republiek Cuba omgevormd tot een communistische staat, waarbij de industrie en de bedrijven werden genationaliseerd.

Op 26 november 2016 maakt Raúl Castro het overlijden van zijn broer - El comandante - Fidel Castro bekend.

In 1945 gaat Castro rechten en bestuurkunde studeren aan de Universiteit van Havana. En het is in deze periode dat hij betrokken raakt bij linkse anti-imperialistische bewegingen. In de zomer van 1947 neemt hij deel aan een opstand tegen de dictatuur in de Dominicaanse Republiek. De opstand - de Cayo Confitesexpeditie genoemd - mislukt.

Als Castro 23 is verstigd hij zich als advocaat in Havana. Hier maakt hij al snel naam als 'verdediger van de armen en onderdrukten' bij wie hij geen honorarium in rekening brengt.

Castro is van mening dat het bewind van de door de Vereningde Staten gesteunde Cubaanse president Fulgencio Batista, die alom werd gezien als een dictator, omvergeworpen moest worden. In 1953 onderneemt hij hiertoe een eerste poging en organiseert hij een gewapende aanval op de Moncada kazerne. De aanval mislukt en Castro moet voor de rechter verschijnen. Tijdens het proces spreekt Fidel zijn legendarische 'De geschiedenis zal mij vrijspreken' speech. Hij wordt veroordeeld tot 15 jaar gevangenis, maar na twee jaar verleent Batista Castro en zijn kamaraden, onder druk van het volk, amnestie. Castro wordt het land uitgezet. Hij gaat naar Mexico waar hij samen met zijn broer Raúl Castro en Che Guevara een groep Cubaanse revolutionairen om zich heen verzameld. Op 12 juni 1955 wordt de 26 juli beweging (MR-26-7) wordt opgericht met Fidel als leider (de M-26-7 verwijst naar de datum waarop Castro en zijn guerrilla's een aanval deden op de Moncada kazerne in de Santiago de Cuba).

Op 2 december 1956 vaart Fidel Castro met 82 revolutionairen met het jacht Granma naar de oostkust van Cuba. Op het oment dat de groep aan land gaat worden ze beschoten door de luchtmacht van Batista. Van de tachtig rebellen overleven er slechts twaalf. Onder de overlevenden zijn Fidel Castro, zijn broer Raúl en Che Guevara. De overlevenden verbergen zich in het woest landschap van de Sierra Maestra. Hier zetten ze met steun van lokale boeren een guerrillabeweging op. In de jaren die volgen sluiten steeds meer mensen zich bij deze guerrillabeweging aan. op 28 mei 1957 boeken de vrebellen onder leiding van Castro hun eerste grote succes; de inname van de kazerne El Uvero. Maar de strijd is nog niet gewonnen. In de lente van 1958 begint Batista een groot militair offensief tegen de rebellen. Hij laat dorpen in de Sierra Maestra bombarderen en looft een beloning van 100.000 peso uit voor het hoofd van Fidel Castro. Het 70 dagen durende offensief mislukt echter. Duizenden soldaten worden gevangen genomen door de guerrillastrijders en grote delen van het leger van Batista loopt over naar de rebellen.

In het nauw gedreven belooft Batista dat er op 3 november 1958 presidentsverkiezingen gehouden worden. De verkeizingen worden door de bevolking geboycot. Op dat moment is Castro met zijn rebellenleger bezig met - naar wat later zal blijken succesvolle - tegenaanval. In december 1958 zijn de steden Santa Clara en Santi Spiritus in handen van de opstandelingen. Op oudejaarsavond vlucht Batista met zijn familie en de staatskas naar de Dominicaanse Republiek. In het machtvacuüm dat hierna ontstaat proberen de militairen de macht te grijpen, maar dit weet de bevolking met een algemene staking te voorkomen. Op 2 januari 1959 trekt het rebellenleger Santiago de Cuba binnen. Een triomftocht door het hele land volgt. En tocht die op 8 januari eindigt in Havana.

Castro's betrokkenheid bij de omverwerping van het bewind van Batista en zijn relatie met de Sovjet Premier Nikita Chroesjtsjov, alarmeerde de Verenigde Staten. In 1961 organiseerd de CIA een een invasie in de Varkensbaai om de regering van Castro omver te werpen. De invasie mislukt. Hierna zijn nog verschillenden pogingen gedaan om Castro te vermoorden en stellen de Verenigde Stateneen economische blokkade van Cuba in. Castro reageert hierop door een alliantie met de Sovjet-Unie aan te gaan en stond hij de Sovjet-Unie toe nucleaire wapens opslaan op het eiland. Dit leidde in 1962 tot de Cubaanse rakettencrisis.

Castro neemt vervolgens het marxisme-leninisme over als zijn leidende ideologie en in 1961 roept hij het socialistische karakter uit van de Cubaanse revolutie. In 1965 wordt hij de eerste secretaris van de nieuw opgerichte communistische partij. Daarna leidt hij de transformatie van Cuba in een socialistische republiek door nationalisering van de industrie en de invoering van gratis universele gezondheidszorg en onderwijs.

In 1976 wordt hij voorzitter van de Raad van State en van de Raad van Ministers. Na de ineenstorting van de belangrijkste bondgenoot van Cuba, de Sovjet-Unie, in 1991 beleeft Cuba de economische "Speciale Periode". In 2006 wordt Cuba lid van het Bolivariaanse Alliantie voor de Amerika's en sluit Castro economische en politieke allianties met andere landen in de Latijns-Amerikaanse Draai naar Links. Door zijn zwakke gezondheid heeft Fidel Castro in 2006 zijn taken overgedragen aan vicepresident Raúl Castro die werd gekozen tot president toen Fidel was afgetreden in 2008.

Castro was een omstreden leider. Hij werd geprezen als een voorvechter van anti-imperialisme, humanisme, milieuactivisme en 's werelds armen door zijn aanhangers, maar zijn critici beschuldigden hem ervan een dictator te zijn die meerdere mensenrechten schond, wat tegengesproken werd door zijn aanhangers en verschillende organisaties. Toch heeft hij een belangrijke invloed gehad op de politiek van een aantal andere wereldleiders, met name Nelson Mandela, Hugo Chávez en Evo Morales, en werd hij alom bewonderd voor het leiden van het verzet tegen het imperialisme.